Verbindingsproces

Verbindingsproces

Het TIG lassen behoort tot de groep gasbooglasprocessen. Bij het TIG lassen wordt een elektrische boog getrokken tussen een niet-afsmeltende elektrode en het werkstuk. De elektrode is van wolfram. Soms zijn hieraan geringe percentages (0,5 tot 4 %) ‘dopes’ toegevoegd waarvan de meest bekende zijn ThO2, ZrO2, CeO2 en La2O3. De dopes worden toegevoegd om de emissie-eigenschappen (= uitzenden van elektronen) te verbeteren. Hierdoor wordt een stabielere lasboog, betere start-eigenschappen en een hogere stroombelastbaarheid (de stroombelastbaarheid (A/mm2) is de maximale stroomsterkte per mm2) n de elektrode verkregen.

De ontwikkelde elektrische energie van de lasboog (boogtemperatuur in de kern ca. 14000 ºC) is ruim voldoende om de meest voorkomende metalen tot smelten te brengen. De gesmolten metaaldelen (lasnaadkanten) vormen na het stollen de verbinding. De lasboog is omgeven door een inert gas (argon of helium of mengsels hiervan). Bij het TIG lassen kan worden gekozen voor het lassen zonder of met lastoevoegmateriaal. Meestal is het lastoevoegmateriaal van gelijke samenstelling als het te lassen basismateriaal of is iets hoger gelegeerd. Het TIG lassen kan zowel met de hand als gemechaniseerd worden toegepast. Het starten van de lasboog vindt plaats door middel van een hoogfrequent hulpspanning, een hoogspanningspuls of een elektronische regeling waarmee het mogelijk is contact te maken tussen elektrode en werkstuk (lift-arc; touch-start).